Medisch Duits
In het Duitstalige gedeelte van Zwitserland wordt voornamelijk Zwitsers-Duits gesproken. Voor de meeste buitenlanders is dat in het begin moeilijk om te verstaan. Elke Zwitser spreekt ook Hoogduits. Je kunt aan het begin van het gesprek uitleggen dat je er nog niet zo lang werkt en of ze misschien Hoogduits kunnen spreken.
- Ich arbeite noch nicht so lange in der Schweiz. Können Sie bitte Hoch-Deutsch sprechen?
Smalltalk
Aan het begin van een behandeling stel je vaak een paar vragen om de patiënt op zijn gemak te stellen. Hier vind je een paar veel voorkomende vragen.
Mooi weer buiten hè?
- Schönes Wetter draußen, nicht wahr?
Heeft u het kunnen vinden?
- Sind Sie gut in der Praxis angekommen?
Hoe was uw weekend?
- Wie war Ihr Wochenende?
Hoe gaat het met uw kinderen / uw man / uw vrouw / uw hond?
- Wie geht es Ihren Kindern / Ihrem Mann / Ihrer Frau / Ihrem Hund?
Anamnese
Om je een beetje op gang te helpen hebben we de meest voorkomende anamnesevragen vertaald in het Duits. Je kunt de vragen voordat je begint uit je hoofd leren of natuurlijk dit formulier er in het begin bijhouden.
Wat zijn uw klachten?
- Was sind Ihre Beschwerden?
Hoe zijn de klachten ontstaan?
- Wie sind Ihre Beschwerden entstanden?
Wanneer zijn de klachten ontstaan?
- Wann sind Ihre Beschwerden entstanden?
Hoe is het beloop van uw klachten?
- Wie ist der Verlauf der Beschwerden?
Onderneemt u door de klachten al uw dagelijkse activiteiten?
- Machen Sie all Ihre täglichen Aktivitäten wegen der Beschwerden?
Met welke dagelijkse activiteiten ondervindt u problemen?
- Mit welchen Aktivitäten haben Sie momentan Probleme?
Heeft u een beroep? Wat doet u precies voor werk?
- Haben Sie derzeit einen Job? Was für eine Arbeit machen Sie genau?
Heeft u ook hobby’s en doet u aan sport?
- Haben Sie Hobbys und machen Sie Sport?
Bent u verder goed gezond, naast uw huidige klachten?
- Sind Sie neben Ihren Beschwerden gesund?
Gebruikt u momenteel medicijnen, zo ja welke?
- Nehmen Sie derzeit Medikamente ein und wenn ja, welche?
Wat verwacht u van mij?
- Was erwarten Sie von mir?
Naast de anamnese zal je patiënten enige dingen moeten vragen om uit te voeren. Hieronder staan de meest gestelde vragen in een behandelkamer beschreven en vertaald in het Duits.
U mag plaatsnemen op de stoel/behandelbank
- Sie dürfen platz nehmen auf den Stuhl / die Liege.
U mag uw kleding uittrekken/aantrekken.
- Sie dürfen Ihre Klamotten ausziehen / anziehen.
U mag uw broek / schoenen uittrekken/aantrekken.
- Sie dürfen Ihre Hose / Schuhe ausziehen / anziehen.
U mag u t-shirt/trui uittrekken/aantrekken.
- Sie dürfen Ihr T-shirt / Ihren Pullover ausziehen / anziehen
Kunt u gaan staan?
- Können Sie aufstehen?
Kunt u gaan zitten
- Können Sie sich hinsetzen?
Kunt u op uw rug/buik gaan liggen?
- Können Sie sich auf den Rücken/Bauch hinlegen?
Kunt u op uw linker/rechter zijde gaan liggen?
- Können Sie sich auf die linke/rechte Seite hinlegen?
Kunt u op een been staan?
- Können Sie auf einem Bein stehen?
Kunt u naar voren buigen?
- Können Sie sich nach vorne beugen?
Kunt u zijwaarts buigen? Naar links/ rechts.
- Können Sie sich seitwärts beugen? Nach links/rechts.
Kunt u uw rug zo ver mogelijk strekken
- Können Sie den Rücken so weit wie möglich strecken?
Kunt u uw nek/rug draaien? Naar links / rechts
- Können Sie den Hals/Rücken drehen? Nach links/rechts.
Hieronder zie je een tekening van een persoon met alle Duitse woorden van de lichaamsdelen erbij geschreven. Handig om te weten: bij elk meervoud van het woord wordt het lidwoord automatisch ‘DIE’. Bijvoorbeeld: DER Kopf wordt in meervoud DIE Köpfe of DAS Knie wordt in meervoud DIE Knie. Achter elk woord in de tekening staat erbij beschreven wat er naast het lidwoord nog meer veranderd aan het woord in meervoud. Bijvoorbeeld: DAS Auge wordt in meervoud DIE AugeN of DER Mund wordt in meervoud: DIE MÜndER.

Vertalingen
Het is goed om te weten hoe de objecten om je heen heten in het Duits. Hieronder staan de meest voorkomende objecten uit zowel een behandelkamer als uit de oefenruimte vertaald in het Duits
Behandelkamer:
| De (behandel)kamer | = | Das (Behandlungs) Zimmer |
| De behandelbank | = | Die Liege |
| De stoel | = | Der Stuhl |
| Het bureau | = | Der Scheibtisch |
| De tafel | = | Der Tisch |
| De wasbak | = | Das Waschbecken |
| De muur | = | Die Wand |
| De vloer | = | Der Boden |
| Het plafond | = | Die Decke |
| De deur | = | Die Türe |
| Het raam | = | Das Fenster |
| De radio | = | Das Radio |
| Het schilderij | = | Das Gemälde / Das Bild |
| Het gordijn | = | Der Vorhang |
| De computer | = | Der Computer |
Oefenruimte:
| De oefenruimte | = | Das Trainingsraum |
| De pully | = | Das Zuggerät |
| De stoel | = | Die Sprossenwand |
| De dumbbell | = | Die Hantel |
| De barbell | = | Die Langhantel |
| Het matje | = | Die Matte |
| De legpress | = | Die Beinpresse |
| De bal | = | Der Ball |
| Het bankje | = | Die Bank |